Hoewel het voorstel uit 2005 niet op de unanieme steun van de lidstaten kon rekenen, hebben veel lidstaten sindsdien milieu-elementen in hun registratie- en/of motorrijtuigenbelastingen ingevoerd. Maar zelfs als lidstaten dezelfde milieu-elementen toepassen, gebruiken ze vaak verschillende drempelwaarden, met als gevolg (soms enorme) verschillen in de geheven belasting. Het onderscheid in de belasting op auto´s zou niet op technologiespecifieke criteria, zoals cilinderinhoud of vermogen van de motor, mogen worden gebaseerd, maar op objectieve, algemeen beschikbare en voor het beleid relevante prestatiegegevens, zoals de CO2-uitstoot. Bovendien moeten de drempelwaarden regelmatig worden geactualiseerd om de druk erop te houden een schoon en efficiënt voertuig te kopen. Vanuit dit oogpunt is voorgesteld dat de lidstaten in een werkgroep nagaan hoe de criteria die zij als basis nemen voor de berekening van de registratie- en motorrijtuigenbelastingen, beter kunnen worden gecoördineerd, zodat de technische fragmentatie van de EU-automarkt afneemt, schaalvoordelen worden benut en milieudoelstellingen op een kosteneffectieve manier worden gerealiseerd. Eveneens zij opgemerkt dat de diensten van de Commissie op dit moment richtsnoeren voorbereiden voor de lidstaten die financiële prikkels willen invoeren in overeenstemming met de Europese strategie voor schone en energiezuinige voertuigen[22].